Samen voor goed opgeleide leraren

Landelijke kennistoetsen

De landelijke kennistoets is een van de landelijke instrumenten die de lerarenopleidingen inzetten om het eindniveau van de student te borgen. De toets gaat over de vakkennis die je als student de voorgaande jaren eigen hebt gemaakt. Voor veertien tweedegraadslerarenopleidingen en twee pabovakken worden deze toetsen afgenomen. De lerarenopleidingen vreemde talen nemen ook een internationale taaltoets af. Ook deze taaltoetsen hebben een landelijk bepaalde cesuur. Het behalen van de toetsen is een voorwaarde om je opleiding af te ronden. Natuurlijk komt er bij goed leraarschap meer kijken. De hogescholen bepalen zelf hoe ze de andere kennis en vaardigheden toetsen.

Er zijn landelijke kennistoetsen voor de tweedegraadslerarenopleidingen Aardrijkskunde, Biologie, Duits, Economie, Engels, Frans, Geschiedenis, Gezondheidszorg & Welzijn, Maatschappijleer, Natuurkunde, Nederlands, Omgangskunde, Scheikunde, Wiskunde en de pabo-vakken Nederlands en Wiskunde.

Er zijn internationale taaltoetsen voor de tweedegraadslerarenopleidingen Engels, Duits, Frans en Spaans: Certificate of Proficiency in English (CPE), GoetheZertifikat, Test de Connaissance du Français (TCF) en Diploma de Español como Lengua Extranjera (DELE).

Toetsontwikkeling

Lerarenopleiders van verschillende hogescholen ontwikkelen binnen een redactie de landelijke kennistoetsen. Samen met externe deskundigen borgen ze de vakinhoudelijke, taaltechnische en toetstechnische kwaliteit.

Toetsdeelname

De hogescholen nemen de toets digitaal af op een eigen locatie. Er zijn meerdere toetsperioden per studiejaar en je mag per studiejaar tweemaal deelnemen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen besluiten dat een student een extra toetskans krijgt. De hogescholen hanteren landelijke regels en voorwaarden rondom deelname en afname van de landelijke kennistoets om het uniforme karakter te waarborgen. Deze zijn onder andere opgenomen in de Regeling landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen en is terug te vinden in de toetsgids.

Voorbereiding

De landelijke kennistoets is geconstrueerd op basis van de kennisbasis die de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden beschrijft die je moet beheersen als je afgestudeerd bent. In de toetsmatrijs is vastgelegd welke domeinen uit de kennisbasis getoetst worden en wat de verdeling is van de vragen over de domeinen. De hogeschool behandelt de kennisbasis in het onderwijsprogramma en bereidt je voor op de landelijke kennistoets. Je hogeschool kan op basis van jouw prestaties je heel gericht wijzen op studie- en oefenmateriaal en eventuele extra trainingen. De toetsgids, kennisbasis en voorbeeldtoets van 10voordeleraar bieden ondersteuning bij de voorbereiding. Voor enkele landelijke kennistoetsen is ook een toetshandreiking beschikbaar. Deze hulpmiddelen zijn te vinden onder Kennistoetsen.

Toetsgids

De toetsgids bevat praktische informatie over onder andere de regels rondom deelname, de opbouw en inhoud van de toets, het aantal en soort vragen, de tijdsduur, de toegestane hulpmiddelen, de toetsomgeving, de cesuurbepaling en de uitslagverstrekking.

Kennisbasis

In de toetsgids is een toetsmatrijs opgenomen waarin is vastgelegd welke domeinen uit de kennisbasis getoetst worden. Een beschrijving van deze domeinen vind je in de kennisbasis.

Toetshandreiking

Voor een aantal landelijke kennistoetsen is een toetshandreiking beschikbaar. Hou er rekening mee dat het gaat om een selectie van de leerstof en dat de toetsmatrijs leidend blijft.

Voorbeeldtoets

Met de voorbeeldtoets doe je ervaring op met de werking van het toetssyteem en krijg je een indruk van hoe de toets is opgebouwd en de soort vragen die gesteld worden. De voorbeeldtoets geeft geen inzicht in de mate van beheersing van de totale stof en je kunt deze toets dan ook niet gebruiken als volledige voorbereiding op de landelijke kennistoets.

 

Bij een herkansing is het raadzaam dat je van je vorige toets de individuele domeinscores goed bestudeert om inzicht te krijgen in welke domeinen je beheerst en op welke domeinen je minder scoort. Daarnaast kun je naar de toetsinzage gaan om nog beter te zien op welke onderdelen je uitvalt. Op basis hiervan kun je met je docent bespreken waar je nog extra aandacht aan moet besteden voor je herkansing.

Cesuurbepaling

De cesuur is de score die je ten minste moet behalen om te slagen voor de landelijke kennistoets, oftewel het aantal vragen dat je minimaal goed moet hebben. De cesuur wordt achteraf bepaald. Na de toetsafname vindt een analyse plaats van de resultaten van de studenten. De toetstechnische kwaliteit van iedere vraag wordt afzonderlijk bekeken. Als daartoe aanleiding is, kan een vraag achteraf uit de toets verwijderd worden of kan er een wijziging plaatsvinden in de goed te rekenen alternatieven. Vervolgens wordt met een wetenschappelijke methode de cesuur bepaald. De onafhankelijke Raad voor Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen keurt de cesuur goed en afgevaardigden van de examencommissies van de hogescholen stellen deze vervolgens vast. Daarna wordt je score omgezet naar een geheel cijfer op een schaal van 1 tot 10. Bij een 6 of hoger heb je de landelijke kennistoets behaald. De cesuur wordt bepaald over de gehele toets, dus je hoeft niet voor elk domein een voldoende te halen. Het is niet mogelijk om alleen een bepaald domein herkansen.

De cesuur is afhankelijk van de moeilijkheidsgraad, de gokscore en het aantal toetsvragen. De cesuur kan dan ook per toetsafname verschillen. De moeilijkheid verschilt per toets. De cesuur zal bij een moeilijkere toets lager liggen dan bij een makkelijkere toets. Daarnaast houdt de cesuurmethode rekening met de gokscore. Studenten kunnen door middel van puur gokken (zonder het gebruik van kennis) ook het juiste antwoord op een vraag geven. Bij een vierkeuzevraag is de gokkans gelijk aan 25%; bij een driekeuzevraag is de gokkans gelijk aan 33%; bij een open vraag is de gokkans gelijk aan 0%. Hier wordt voor gecorrigeerd bij het berekenen van de cesuur. Verder kan het aantal vragen in de toets verschillen. Hoewel iedere toets uit evenveel vragen bestaat, kunnen na de analyse van de resultaten toetsvragen komen te vervallen.

 

Uitslagverstrekking

De uitslagverstrekking vindt plaats als bovenstaande procedure is doorlopen. Uiterlijk 24 werkdagen na afloop van de toetsperiode ontvang je via je eigen opleiding de uitslag van de landelijke kennistoets. Voor het bepalen van de werkdagen wordt gebruik gemaakt van het overzicht schoolvakanties, zoals gepubliceerd op de website van de rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties. Rond deze vakantieperiodes lijkt de procedure dan ook langer te duren. Weekenden gelden niet als werkdagen. De uitslag bestaat uit jouw cijfer, totaalscore en domeinscores. Aan de domeinscores kun je zien welke domeinen je beheerst en op welke domeinen je jezelf nog kunt ontwikkelen. De cesuur wordt bepaald over de gehele toets, dus je hoeft niet voor elk domein een voldoende te halen. Het is niet mogelijk om alleen een bepaald domein herkansen. De data voor de uitslagverstrekking zijn te vinden in de Kalender. Door de te volgen procedures is het niet mogelijk om de uitslag eerder te verstrekken of om voor individuele gevallen een uitzondering te maken. Ten aanzien van de geldigheid van de uitslag van de landelijke kennistoetsen geldt artikel 7.10 lid 4 WHW.

Toetsinzage

Je kunt je landelijke kennistoets en beoordeling onder examencondities inzien op een bepaald aantal momenten na de uitslagverstrekking. De inzage is bedoeld als leermoment en niet om punten te sprokkelen. Vanwege de herhaalde beoordeling door verschillende deskundigen vooraf én achteraf is er sprake van een voldoende zorgvuldig proces om uit te gaan van de juistheid van vragen, antwoorden en score. Er is dan ook geen basis voor aanpassing van de norm.

De inzage geeft samen met jouw domeinscores die je bij je uitslag hebt ontvangen inzicht op welke onderdelen je jezelf nog kunt verbeteren. Het is verstandig om deze vooraf te bekijken, zodat je je tijdens de inzage specifiek kunt richten op de domeinen waar je tijdens de toets bent uitgevallen. Vervolgens kun je met deze kennis in gesprek met je docent voor een verdere voorbereiding op bijvoorbeeld een herkansing. Inschrijven voor de inzage kan via je eigen hogeschool en deze vindt ook plaats op je eigen hogeschool. De inzageperioden zijn terug te vinden in de Kalender.

Beroepsprocedure

De totstandkoming van de landelijke kennistoets en de uitslag is een zorgvuldig proces, waardoor er geen basis is voor aanpassing van de norm. De vragen in de landelijke kennistoets zijn ontwikkeld en meerdere keren beoordeeld door lerarenopleiders van verschillende hogescholen in samenspraak met externe deskundigen. Na de toetsafname vindt een analyse plaats van de resultaten van de studenten. De toetstechnische kwaliteit van iedere vraag wordt afzonderlijk bekeken. Als daartoe aanleiding is, kan de scoring aangepast worden. Vervolgens wordt de cesuur met een wetenschappelijke methode bepaald. De onafhankelijke Raad voor Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen keurt de cesuur goed en afgevaardigden van de examencommissies van de hogescholen stellen deze vast.

Vanwege de herhaalde beoordeling door verschillende deskundigen vooraf én achteraf is er sprake van een voldoende zorgvuldig proces om uit te gaan van de juistheid van vragen, antwoorden en score. Feedback op een toetsvraag of de toets geven wij door aan de redactie van de landelijke kennistoets. Dit is alleen ter kennisneming, niet om een inhoudelijke reactie of een aanpassing van de toetsscores na de zorgvuldige procedure te bewerkstelligen.

Mocht je ondanks de zorgvuldige procedure beroep willen aantekenen tegen de uitslag van de landelijke kennistoets, dan dien je dit te doen binnen zes weken na de bekendmaking van de uitslag bij de toegankelijke faciliteit van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van je eigen opleiding. Het programmabureau 10voordeleraar heeft geen invloed op de besluiten.

Toetskalender

De algemene data voor toetsafname, toetsuitslag en toetsinzage zijn terug te vinden in de Kalender.

Programma 10voordeleraar

Binnen het programma 10voordeleraar werken de lerarenopleidingen met elkaar samen aan de borging van het eindniveau van de student. Voor de borging van dit eindniveau maken ze binnen het programma gebruik van de landelijke instrumenten kennisbases, kennistoetsen en peerreview. Zo beschikt iedere afgestudeerde student over het benodigde kennisniveau, ongeacht aan welke hogeschool de student zijn opleiding heeft afgerond. De lerarenopleiders voeren de gezamenlijke regie binnen landelijke netwerken, waarbij leraren uit het werkveld, wetenschappers en andere deskundigen zijn aangesloten voor legitimering en validering. Ook bestuurders en directeuren maken deel uit van de processen. De kwaliteitsborging is extern belegd bij de Raad voor Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen. Het programmabureau 10voordeleraar ondersteunt de hogescholen bij de uitvoering van de landelijke kennistoetsen. De brede landelijke samenwerking draagt bij aan kwaliteit van de opleiding en de professionalisering van de lerarenopleider. In de afgelopen jaren is een ongekende horizontale samenwerking op gang gekomen en zijn er grote stappen gezet om het landelijk eindniveau van de nieuwe generatie leerkrachten te verhogen en daarmee de kwaliteit van het onderwijs in het werkveld.