Alles begint met een goede basis

Om nou te zeggen dat het onderwijs haar met de paplepel werd ingegoten: nee. Sterker, Rens Visser (41) rolde pas op latere leeftijd, na een bijzondere carrièreswitch, in het vak. De tweedejaarsstudente is als een vis in het water voor de klas én haalde een tien voor de landelijke kennistoets van het pabo-vak Nederlandse Taal. “Ik profiteer nog steeds van de lessen van mijn lerares Nederlands.”

Rens Visser combineert haar deeltijdstudie aan de Marnix Academie, een zelfstandige hogeschool in Utrecht die zich uitsluitend richt op de lerarenopleiding basisonderwijs, met haar baan als studiebegeleider op een vmbo-school én de zorg voor twee kinderen (6 en 8).

Tekst: Karin Koolen

Om maar eens bij het begin te beginnen: wat is jouw achtergrond?

'Ik kom zelf van het gymnasium. Op deze school was het vanzelfsprekend dat je dan doorstroomde naar de uni - hbo was een beetje te ‘min’. Ooit begon ik aan een studie Nederlands in Groningen. Ik heb mijn propedeuse gehaald - dat verklaart wellicht het feit dat ik goed ben in Nederlands - en heb daarna een switch gemaakt naar communicatie. Ik kom uit de marketinghoek, werkte jarenlang voor SBS en De Telegraaf en de laatste vijf jaar als teamleider voor een belangenvereniging voor camperaars. Juist het werken met kleine groepen en samen iets opbouwen, vind ik leuk. Die functie werd echter steeds commerciëler, ik voelde me minder op mijn plek. Toen ben ik na gaan denken over een volgende stap. In de tussentijd werkte ik, via een organisatie, als studiebegeleider op een vmbo-school.'

En dat beviel goed?

'Zeker! Ik doe het nu (als vrijwilliger), op een andere school weliswaar. Ik werkte met leerlingen die moeite hebben met studeren en ik leerde hen feitelijk leren. Vaardigheden oefenen, de stof écht gaan begrijpen. Ik haalde er zo ontzettend veel plezier uit dat ik verder wilde als remedial teacher. Toen bleek dat een lerarenopleiding toch wel een goede volgende stap was. Zo gezegd zo gedaan.”

“Het voordeel van de deeltijdstudie aan Marnix, is dat je één hele dag in de week naar school gaat en dus niet aan avonden gebonden zit. Dat maakt het goed te combineren met werk en gezin. Ik merk dat veel studenten om deze reden voor de opleiding kiezen. En dat is weer goed voor het lerarentekort. Eén dag in de week loop ik stage, dan sta ik voor de klas.

Je haalde, samen met nog een andere student, een 10 voor de landelijke kennistoets Nederlandse taal. Verrast?

'Ja! Ik wist wel dat ik de toets gehaald had, maar een tien… Ik was best trots - misschien ben ik ook een tikje competitief. (lacht). We hadden ook best weinig tijd voor voorbereiding gehad, omdat de toetsen elkaar snel opvolgden. Een paar dagen ervoor hadden we de landelijke kennistoets Rekenen-wiskunde gehad. Daar haalde ik trouwens een 7 voor.'

Hoe heb je je voorbereid op de toets?

'Ik heb alle opgaven en oefenvragen uit het boek gemaakt en op de site van 10voordeleraar. Veel oefenen, al geloof ik ook dat taal een kwestie is van de basis doorgronden. Ik vond de toets vrij didactisch. Dat wil zeggen, waar de rekentoets zich focuste op eigen vaardigheden, was de toets Nederlandse Taal gericht op het opsporen en ‘begrijpen’ van fouten die gemaakt werden. Dat ligt mij wel. Ik ben iemand die graag uit een boek leert, ik hou van de kaders die dat biedt. Ik heb talen ook altijd leuk gevonden, ook Latijn - dat legt een geweldige basis. Op het gymnasium had ik trouwens een hele goede lerares Nederlands.'

Vertel!

'Ze was heel grondig. Haar focus lag echt op de structuur van de taal, die moesten we door en door begrijpen. Dat was volgens haar de kapstok - ik hoor het haar nog zeggen. Natuurlijk vond je dat als leerling soms best vervelend en vermoeiend, maar ik profiteer nog elke dag van die basis. Zo wil ik zelf ook les gaan geven. Zij is nog steeds wel mijn inspiratie.'

 Wat voor soort leraar ben jij? Of hoop je te worden?

'Begripsvorming is voor mij de rode draad. Zo leer ik zelf ook - ik wil begrijpen waar ik mee bezig ben, de structuur van de stof écht begrijpen. Als ik dat snap, kan ik verder gaan ontdekken. Ik wil kinderen zélf laten nadenken. Om die reden zie ik mezelf ook eerder in de bovenbouw dan in bijvoorbeeld groep drie. Dat is ook dat leren leren wat ik zo graag doe. Het geeft leerlingen een grondhouding mee en daarmee zelfvertrouwen.'

Hoe doe je dat nu al?

'Ik heb ‘mijn’ klas nu maar een dag in de week. Ik kijk ernaar uit om straks een eigen klas te hebben, waarmee je gedurende een jaar lang iets op kan bouwen. Ik heb ooit een les gegeven in groep 6 over enkel- en meervoud. Voor die les heb ik een pak rijst op tafel gezet en daar zijn we over gaan praten. ‘Rijst’ heeft geen meervoud - hoe zit dat dan? Dat soort gesprekken. Ik hoop dat leerlingen daardoor anders na gaan denken over taal.'

Wat zou er beter kunnen aan de kennistoetsen?

'Ik vind de toetsen prima zoals ze zijn. Wel denk ik dat het een momentopname is. Is dit de manier om kennis te borgen? Zou je de toetsen niet elke - laten we zeggen - vijf jaar moeten herhalen? Zo hou je leraren scherp en het kennisniveau optimaal. Daarbij besef ik ook dat scholen het niveau zelf hoog moeten houden. De prioriteit die je aan taal geeft, bepaalt immers het niveau van de studenten die uitstromen en daarmee van de toekomstige leerkrachten.'

Tot slot, hoe combineer jij studie, werk en gezinsleven?

Rens lacht: 'Schipperen, en heel gedisciplineerd zijn. Ik heb vaste vrije dagen - die gebruik ik om studie- en stageopdrachten voor te bereiden. Ik ben een goede planner, maar wel een flexibele planner, zeg ik altijd. Daarbij is het heel fijn dat de pabo-opleiding aan de Marnix Academie een dagvariant is. Wij zijn de eerste lichting. Ik kan me goed voorstellen dat dit studenten over de streep trekt om (weer) te gaan studeren. En dat is natuurlijk weer goed om het lerarentekort op te lossen!'

José Snijder