Toetshandreiking tweedegraads lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn
Deze toetshandreiking is opgesteld door lerarenopleiders en is een hulpmiddel bij de voorbereiding op de landelijke kennistoets Gezondheidszorg & Welzijn van de tweedegraadslerarenopleiding.
In de toetshandreiking zijn de belangrijkste onderwerpen uit de leerstof opgenomen. Leidend blijft wel de toetsmatrijs waarin is vastgelegd welke domeinen uit de Kennisbasis Gezondheidszorg & Welzijn (ingangsdatum studiejaar 2018-2019) van de tweedegraadslerarenopleiding getoetst worden. In de kennisbasis is een toelichting op de betreffende domeinen opgenomen. Het kan dus zijn dat in de landelijke kennistoets onderwerpen aan de orde komen die niet opgenomen zijn in deze toetshandreiking.
Raadpleeg hier altijd de meest recente versie in verband met mogelijke tussentijdse wijzigingen.
Subdomein 1.1: Organisatie en beleid van de sector Gezondheidszorg & Welzijn in Nederland
De student legt belangrijke historische ontwikkelingen van de sector Gezondheidszorg & Welzijn uit.
ontstaan van de verzorgingsstaat naar participatie samenleving, decentralisatie, wijkgericht
De student legt uit hoe de sector Gezondheidszorg & Welzijn kan worden ingedeeld.
cure, care, indeling in lijnen, intra-, extra- en semimurale zorg, professionele zorg en informele zorg, preventieve zorg, complementaire en alternatieve zorg, indeling in specialistische en doelgroep specifieke zorg
De student legt uit wat de taken zijn van de regionale en landelijke gezondheids-, welzijns- en belangenorganisaties.
arbodienstverlening, brancheorganisaties, inspectie voor gezondheidszorg en jeugd, patiëntenorganisaties , RIVM, sociale kaart
De student geeft voorbeelden van recente ontwikkelingen en knelpunten in de sector Gezondheidszorg & Welzijn.
E-health, domotica, robotica, (sociale) wijkteams, mantelzorg, vrijwilligers, ketenzorg, vergrijzing/demografische ontwikkelingen, financiering van de sector, schaarste van zorg, eigen kracht, medicalisering
Subdomein 1.2: Beroepen en werkvelden binnen de sector Gezondheidszorg & Welzijn
De student onderscheidt verschillende beroepsprofielen en beroepenvelden in de sector Gezondheidszorg & Welzijn.
beroepen in de facilitaire dienstverlening, hun beroepsprofielen en werkvelden, beroepen in welzijn, hun beroepsprofielen en werkvelden, beroepen in de gezondheidszorg, hun beroepsprofielen en werkvelden, beroepen rondom sport-spel en bewegen, beroepsprofielen en hun werkvelden, beroepen in de uiterlijke verzorging, beroepsprofielen en hun werkvelden
Subdomein 1.3: Wet- en regelgeving
De student legt de geldende wet- en regelgeving in de sector Gezondheidszorg & Welzijn uit.
wetten rondom de financiering (Zvw, Wlz, Wmo, WMG), wetten rondom de rechten van cliënten (WGBO, Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg, WCZ), wetten rondom de kwaliteit (Wkkgz, wet BIG), begrippen bij de financiering: CIZ, ZZP, PGB, zorg in natura, DBC, aanvullende verzekering, eigen risico , wet op de jeugdzorg, wetgeving werk en inkomen (Wet werk en zekerheid, Participatiewet, Werkeloosheidswet, Ziektewet, WIA, Wajong)
De student legt uit wat de invloed is van landelijk beleid en wet- en–regelgeving in de sector Gezondheidszorg & Welzijn op het regionale beleid.
Landelijk en regionaal beleid in de sector Gezondheidszorg & Welzijn
Subdomein 1.4: Gezondheidszorg & Welzijn in sociologisch perspectief
De student legt het sociaal functioneren van onze samenleving en de invloed daarvan op de sector Gezondheidszorg & Welzijn uit.
roltheorie, socialisatie, groeperingen, cultuur en cultuurverschijnselen, macht, sociale ongelijkheid, sociale en culturele mobiliteit, individualisering, democratisering, technologische ontwikkelingen, globalisering
De student beschrijft actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de invloed daarvan op de dagelijkse praktijk van Gezondheidszorg & Welzijn.
participatie, veranderende rol informele rol, digitalisering, vluchtelingenwerk: van opvang naar integratie
Subdomein 1.5: Management en ondernemerschap in de sector
De student legt voor de sector verschillende organisatie- en managementstructuren uit, inclusief organogrammen.
Profit- en non-profit organisaties, verticale en horizontale organisatiestructuur, hiërarchische niveaus: strategisch, tactisch en operationeel, taken en verantwoordelijkheden van de (facilitair) manager en (facilitair) medewerker, relatie tussen visie, missie, strategie en doelen van de organisatie, leiderschapsstijlen, zelfsturing/zelfverantwoordelijke teams, kostencalculatie, begroten en budgettering, vaste kosten en variabele kosten, directe en indirecte kosten, break-even analyse, afschrijving
De student legt de voor- en nadelen uit van het uitbesteden of in eigen beheer uitvoeren van werkzaamheden.
voor- en nadelen van uitbesteden/eigen beheer, kwaliteitsbewaking, leveranciersmanagement, aanbesteden/drempelwaarden
De student formuleert vaardigheden van het ondernemerschap die essentieel zijn binnen de sector.
missie bepalen, SWOT-analyse uitvoeren, marketing (presenteren, promoten), inkopen, opdrachten verwerven/netwerken, financiën bewaken, registreren en verantwoorden
De student onderscheidt de stappen van een ondernemingsplan.
de stappen van het ondernemingsplan (zoals: idee, persoonlijke informatie, SWOT-analyse, marktonderzoek, overheidsinformatie, financiën, organisatie van de onderneming, uitwerking)
Subdomein 2.1: Beroepsattitude
De student legt uit wat het belang is van een professionele beroepshouding van professionals in de sector in relatie tot cliënt, cliëntennetwerk, collega’s en het beroepsnetwerk.
professionele beroepshouding, cliënt en cliëntennetwerk, collega’s en beroepsnetwerk
Subdomein 2.2: Beroepsgerichte communicatie
De student demonstreert gesprekstechnieken en -modellen passend binnen de sector Gezondheidszorg en Welzijn.
Voor Gezondheidszorg en Welzijn betreft het de verschillende gesprekspartners bijvoorbeeld klant, cliënt, patiënt of andere professionals.
Toepassen van gesprekstechnieken:
concretiseren, confronteren, doorvragen, gesloten vragen stellen, luisteren, meta communiceren/ hard-op denken, open vragen stellen, parafraseren, reflecteren, samenvatten
Toepassen van gespreksmodellen:
adviesgesprek, anamnesegesprek, begeleidingsgesprek, exit- of afsluitingsgesprek, klantgesprek, motiverende gespreksvoering, onderhandelingsgesprek, slechtnieuwsgesprek, voortgangsgesprek
Tonen van professionele houding:
empathie, luisterhouding
Waarnemingsvaardigheden:
Interpreteren, observeren, waarnemen
De student onderbouwt zijn planmatige en doelgerichte interventie in de communicatie.
Argumentatieleer:
argument, dialoog, discussie, drogreden, geldige argumenten, standpunt
Communicatieleer:
inhoudsniveau, betrekkingsniveau, interactie: confrontatie, positieve en negatieve feedback, kritiek, halo-effect, attributie, Johari-venster, Roos van Leary, open en gesloten communicatie, transactionele Analyse en de dramadriehoek, verbale en non-verbale communicatie, waarnemen, observeren, interpreteren, referentiekader, zender, boodschap, medium, ontvanger, ruis
Groepsdynamica:
groepsprocessen, fasen van groepsontwikkeling, groepsrollen: taak, proces, procedure, Belbin, groepstypen, leiderschapsstijlen, niveaus in groepen: inhoud, betrekking, procedure, bestaansniveau
Samenwerken:
Assertief, sub-assertief, agressief gedrag
Subdomein 2.3: Beroepsethiek
De student legt uit welke ethische stromingen van invloed zijn op het professioneel handelen in de uitvoering van het beroep in de sector Gezondheidszorg & Welzijn.
Kennis: deugdenethiek, plichtethiek, utilisme, zorgethiek
Vaardigheden: dialoog vanuit begrip, socratisch gesprek, methodisch voeren van een ethisch gesprek
De student legt uit welke ethische stromingen van invloed zijn op het professioneel handelen in de uitvoering van het beroep in de sector Gezondheidszorg & Welzijn.
Kennis: ethische dilemma’s
Vaardigheden: toepassen stappenplan met behulp van ethische uitgangspunten
Subdomein 3.1: Ontwikkeling en levensloop van de mens
De student illustreert met behulp van voorbeelden uit de beroepspraktijk de bio-psychosociale ontwikkeling van de mens aan de hand van actuele ontwikkelingstheorieën.
Freud, Piaget, Erikson, Kohlberg, Operante en klassieke conditionering, sociaal-cognitieve leertheorie: Bandura, systeemtheorie: Bronfenbrenner en Vygtosky, evolutionaire theorie
De student benoemt zijn mensbeeld en relateert dit aan verschillende perspectieven van onder andere ethiek, religie en filosofie.
mensbeelden
De student legt kenmerkende begrippen uit en onderscheidt de verschillende levensfasen van conceptie tot de dood.
motorische ontwikkeling, taalontwikkeling, sociale ontwikkeling, spel, cognitieve ontwikkeling van baby tot en met adolescent
fysieke ontwikkeling, sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling, cognitieve ontwikkeling bij volwassenen en ouderen
verwerkingsprocessen ten aanzien van ziekte, dood en rouw
Subdomein 3.2: Specifieke doelgroepen sector Gezondheidszorg & Welzijn
De student onderscheidt de specifieke doelgroepen binnen het beroepenveld van Gezondheidszorg & Welzijn.
baby en peuter, basisschoolkind, adolescent, volwassene, oudere, mens met beperkingen, dak- en thuislozen
De student legt de meest voorkomende hulpverleningsmogelijkheden en zorg- en welzijnsvoorzieningen voor de specifieke doelgroepen uit.
Voorzieningen voor de doelgroepen baby tot adolescent:
kraamzorg, consultatiebureau, centra voor Jeugd en Gezin, peuterspeelzaal, vroeg signalering / vroeghulp, kinderopvang 0-4 jaar, gastouderopvang, informele opvang, buitenschoolse opvang (BSO), jeugdhulp: ambulante hulpverlening, dagbehandeling, residentieel verblijf, schoolarts, opvoedpoli, kindertelefoon, velligthuis, palliatieve en terminale zorg
Voorzieningen en woonvormen volwassenen en ouderen:
verpleeghuizen, verzorgingshuizen, thuis met aanpassingen, levensloopwoningen, groepswoningen, kleinschalige voorzieningen, seniorenwoningen, aanleunwoningen, dagopvang / dagbesteding, kangoeroe woningen, hospice, dak- en thuislozenopvang, gezinsvervangend tehuis
Subdomein 4.1: Anatomie en Fysiologie (inclusief toegepaste natuurwetenschappen)
De student legt de bouw en werking van het menselijke lichaam uit.
cellen, weefsels en organen, circulatiestelsel, spijsverteringsstelsel, urinewegstelsel, ademhalingsstelsel, huid, hormonaal stelsel, zenuwstelsel, sensorisch stelsel, motorisch stelsel, voortplantingsstelsel
De student legt anatomie en fysiologische processen van de orgaanstelsels uit op basis van natuurwetenschappelijke principes.
enzymen, verbranding, pH, osmose en diffusie, actiepotentiaal, impulsen en impulsoverdracht, trillingen als golfverschijnsel
De student legt uit hoe in het lichaam de afweer, afweerreacties en immuniteit tot stand komen.
antigenen en antistoffen, niet specifieke immuniteit (afweer) Leukocyten, ontsteking, specifieke immuniteit, B- en T-lymfocyten, immunisatie
Subdomein 4.2: Classificatiesystemen
De student legt aan de hand van gehanteerde modellen uit wat de meest voorkomende ziekten en doodsoorzaken zijn.
ICD, ICF, DSM
De student legt het belang en de keerzijde van verschillende classificatiesystemen in de sector uit.
labeling, financiering, lobby, medicalisering
De student legt de kenmerken van de reguliere en complementaire geneeskunde uit.
homeopathie, acupunctuur, TCM, natuurgeneeswijzen
Subdomein 4.3: Pathologie
De student legt de oorzaken, symptomen, diagnose, ziekteverloop, behandeling, complicaties, prognose en begeleiding van de meest voorkomende ziekten uit.
ontsteking, infectie en infectieziekten, diabetes Mellitus: type 1, type 2 en zwangerschapsdiabetes; hypoglykemie, hyperglykemie, kanker: goedaardige en kwaadaardige tumoren; longkanker, borstkanker, leukemie, huidkanker, darmkanker, hart en vaatziekten: hartinfarct, hartritmestoornissen, hartfalen, CVA, trombose en embolie, neurologische aandoeningen: ziekte van Parkinson, multiple sclerose, epilepsie, dwarslaesie, huidaandoeningen; acne, psoriasis, eczeem, gewrichtsaandoeningen: osteoporose, artrose, reumatoïde artritis, farmacologie: farmacokinetiek, farmacodynamiek
De student legt uit wat de invloed is van multiple pathologie op de behandeling van de (oudere) zorgvrager.
geriatrische zorgvrager, multidisciplinaire aanpak, polyfarmacie
Subdomein 4.4: Psychopathologie
De student legt oorzaken, verschijnselen, diagnose, behandeling en begeleiding van psychiatrische ziektebeelden uit.
angststoornissen: fobie, paniekaanvallen, dwanggedachten, schizofreniespectrumstoornissen en andere psychotische stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen: paranoïde persoonlijkheidsstoornis, borderline, stemmingsstoornissen: unipolaire stoornis, bipolaire stoornis. neurocognitieve stoornissen: ziekte van Alzheimer, delier, vasculaire dementie, farmacologie: farmacokinetiek, farmacodynamiek
Subdomein 4.5: EHBO
De student benoemt de basishandelingen van EHBO en Basic Life support en verklaart zijn handelen.
de vijf aandachtspunten bij het verlenen van Eerste Hulp, stoornissen in de vitale functies/vitale organen: ABC (airway/luchtweg, breath/ ademhaling, circulation/circulatie), bewustzijn, EHBO bij beroerte/CVA, ernstige bloedingen en shock, vergiftiging, BLS / reanimeren/gebruik AED, noodvervoersgreep van Rautek, stabiele zijligging, kneuzing, verstuiking, ontwrichting, verbandmiddelen: drukverband, dekverband, zwachtel, snelverband
De student demonstreert de basishandelingen van EHBO inclusief Basic Life support en onderbouwt zijn handelen.
Toepassen:
EHBO bij beroerte/CVA, ernstige bloedingen en shock, reanimatie, AED, noodvervoersgreep van Rautek, stabiele zijligging, aanbrengen van verbandmiddelen
Subdomein 5.1: Gezondheid en gedrag
De student legt verschillende visies op gezondheid uit.
pathogenese en salutogenese, medisch-biologische, psychologische, sociologische, humanistische, holistische, positieve gezondheid, WHO visie op gezondheid
De student relateert (on)gezond gedrag van (groepen) mensen en gevolgen hiervan op de gezondheid aan de hand van epidemiologische gegevens.
modellen: Lalonde. epidemiologie: epidemie, endemie, pandemie, etiologische, diagnostische, prognostische factoren, morbiditeit: incidentie en prevalentie, mortaliteit, kwaliteit van leven: ervaren gezondheid, lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren, levensverwachting: gezonde levensverwachting, resterende levensverwachting
De student legt gedrags- en besluitvormingsprocessen van (on)gezond gedrag uit, aan de hand van relevante gedragstheorieën en- strategieën.
Gedragstheorie: ASE-model, Health Belief Model, modellen voor gedragsverandering: Stages of Change
Subdomein 5.2: De leefwereld van jongeren
De student legt uit wat de invloed is van de persoonskenmerken, de fysieke en sociale omgeving op besluitvormingsprocessen van jongeren met betrekking tot persoonlijke verzorging, bewegen, seksualiteit, genotmiddelen, voeding, consumentengedrag, social media en tijd- en geldbesteding.
persoonlijke verzorging: hygiëne, mondhygiëne, huidhygiëne: veilig zonnen
voeding: schijf van 5, ondergewicht – gezond bewust – overgewicht, BMI, duurzaamheid
bewegen en sport: beweegrichtlijnen
tijd, geldbesteding en consumentengedrag: geldtypen
De student legt uit wat de werking, de effecten en de risico's zijn van alcohol, drugs, gamen en gokken bij jongeren en benoemt de bijbehorende hulpverleningsmogelijkheden.
soorten genotmiddelen, werking en Effecten/ Risico’s: verdovend, stimulerend, tripmiddelen/ hallucinerend, korte termijneffect, langetermijneffect
gamen en gokken: werking, gevolgen
verslaving: gewenning en tolerantie, ontwenningsverschijnselen, kenmerken afhankelijkheid, kenmerken misbruik
De student legt de seksuele en relationele vorming van de mens uit en benoemt daarbij behorende hulpverleningsmogelijkheden.
fasen in seksuele ontwikkeling en relationele vorming, soa’s, anticonceptie
Subdomein 5.3: Preventie en gezondheidsbevordering
De student legt verschillende vormen van collectieve en individuele ziektepreventie en gezondheidsbevordering uit.
vormen van preventie: primaire, secundaire, tertiaire preventie, gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering, ziektepreventie,
universeel, selectief, geïndiceerd, zorg gerelateerd
micro, meso, macro
voorlichting, advies, instructie
Planmatige aanpak gezondheidsbevordering (voorheen ook bekend als de GVOcyclus).
De student beschrijft en onderbouwt een interventieprogramma en kiest een passende gezondheid bevorderende interventie.
Subdomein 6.1: Methodisch werken
De student hanteert de stappen van methodisch werken in de sector Gezondheidszorg en Welzijn.
(probleem)analyse, plan opstellen, plan uitvoeren, evalueren
Subdomein 6.2: Veilig werken
De student benoemt de principes van veiligheid, hygiëne, ergonomie en duurzaamheid en onderbouwt deze op basis van toegepaste natuurwetenschappelijke basisprincipes en de geldende wet- en regelgeving.
ARBO; BHV Tweedegraadslerarenopleiding, gevaarsymbolen, etikettering, indeling en eigenschappen micro-organismen (m.o.), groeivoorwaarden m.o., hygiënische maatregelen, infectiecyclus, preventie, ergonomie, duurzaamheid
De student past de principes van veiligheid, hygiëne, ergonomie en duurzaamheid toe.·
persoonlijke hygiëne, handhygiëne, hygiënisch handelen, omgang cliënt en hygiëne, desinfecteren (instrumenten en werkvlak), steriel werken, preventief handelen, lichaamshouding, duurzaam en economisch bewust handelen, milieubewust werken
Subdomein 6.3: Persoonlijke/Basiszorg (ADL)
De student benoemt de aandachtspunten bij persoonlijke basiszorg en onderbouwt zijn handelen.
actuele protocollen en richtlijnen sector Gezondheidszorg en Welzijn, actuele voorschriften sector Gezondheidszorg en Welzijn, aandachtpunten meest gebruikte materialen, middelen en apparatuur sector Gezondheidszorg en Welzijn, evidence based handelen, rapportage dossiers
De student demonstreert de veel voorkomende vaardigheden, materialen, middelen en apparatuur in de persoonlijke/basiszorg volgens actuele richtlijnen en protocollen.
protocol met aandachtspunten: bedden en huidintegriteit, persoonlijke verzorging, inclusief tandenpoetsen, verzorgend wassen, vitale parameters, transfer en lichaamshouding, mobiliteit (hulpmiddelen), hulp bij eten en drinken, hulp bij Mictie & defecatie, steunkousen aandoen
protocol met aandachtspunten: diverse hulpmiddelen en materialen zoals tilliften, hoog-laagbedden, bloedrukmeters, rolstoel, rollator, glijzeilen etc.
protocol met aandachtspunten: bereiden flesvoeding en fruithapje, verschonen babybedje, wassen en baden baby, tanden poetsen dreumes, peuter, kind, verschonen luier, naar bed brengen baby, oppakken en dragen baby, ondersteunen bij eten en drinken
Subdomein 6.4: Huishoudelijke zorg (HDL)
De student benoemt huishoudelijke handelingen in een klein huishouden volgens actuele richtlijnen & protocollen (inclusief schoonmaakvaardigheden en textielverzorging) en onderbouwt zijn handelen. Kennis en inzicht meest gebruikte protocollen en richtlijnen met betrekking tot:
schoonmaak: reinigingsmethoden: droog, klam vochtig en nat, specifieke reinigingsmethoden op: ramen en deuren, sanitair, keuken en vloeren
textiel: wasproces (sorteren, wassen, drogen), strijken, vouwen, kennis van wasetiketten, samenstellingsetiketten, wassymbolen
De student demonstreert huishoudelijke handelingen in een klein huishouden volgens actuele richtlijnen & protocollen (inclusief schoonmaakvaardigheden en textielverzorging) en onderbouwt zijn handelen.
schoonmaak: reinigingsmethoden: droog, klam vochtig en nat, specifieke reinigingsmethoden op: ramen en deuren, sanitair, keuken en vloeren
textiel: wasproces (sorteren, wassen, drogen), strijken, vouwen
De student benoemt de meest voorkomende was- en schoonmaakapparatuur met bijbehorende was- en schoonmaakmiddelen.
chemie van water en wassen (zouten, ionen, zuren en basen, scheiden en mengen), werking was- en schoonmaakmiddelen, eigenschappen microvezel
De student demonstreert de meest voorkomende was- en schoonmaakapparatuur met bijbehorende was- en schoonmaakmiddelen.
microvezeldoek, stofzuiger, stofwisser, wasmachine, droogmachine, strijkijzer, strijkmachine, was- en schoonmaakmiddelen gebruiken
Subdomein 6.5: Uiterlijke verzorging (UV)
De student legt de meest voorkomende vaardigheden, materialen en apparatuur op het gebied van uiterlijke verzorging uit volgens actuele richtlijnen & protocollen.
verzorgingsproducten en make-up, verzorgingsapparatuur, haareigenschappen, huideigenschappen
protocol met aandachtspunten: haarverzorging, gezichtsbehandeling, handbehandeling, voetbehandeling
De student demonstreert de meest voorkomende vaardigheden, materialen en apparatuur op het gebied van uiterlijke verzorging volgens actuele richtlijnen & protocollen.
haarverzorging: haareigenschappen en hoofdhuid- en haaronderzoek, wassen en verzorgen, massagetechnieken, omvormen van haar, 9-vlaksverdeling, vlechten
uiterlijke verzorging: gezichtsbehandeling; uitvoeren op basis van huiddiagnose; handbehandeling; voetbehandeling
Subdomein 6.6: Bereidingstechnieken en receptenleer
De student verklaart de basistechnieken op het gebied van voedselbereiding en onderbouwt deze.
onderbouwen en kritische punten & knelpunten: bindtechnieken, snijtechnieken, kooktechnieken, baktechnieken, beslag- en deeg maken
De student demonstreert de basistechnieken op het gebied van voedselbereiding.
toepassen: bindtechnieken, snijtechnieken, kooktechnieken, baktechnieken, beslag- en deeg maken
De student legt de regels van recepten- en menuleer voor het bereiden van een gerecht uit.
menuleer, receptenleer
De student bereidt een gerecht volgens de regels van recepten- en menuleer.
bereiden gerechten en menu’s
De student legt uit wat de basisregels van tafels dekken en serveren zijn.
mise en place, basisregels tafeldekken, basisregels serveren, draaiboek maken
De student demonstreert verschillende manieren van tafels dekken en serveermethoden.
mise en place, transportmethoden, serveermethoden, opdekken van tafel, poleren
Subdomein 6.7: Begeleiden van sport, spel en recreatie activiteiten
De student organiseert en demonstreert activiteiten zoals sport, spel en recreatie voor specifieke doelgroepen en onderbouwt zijn handelen.
Sport-spel activiteiten bij diverse doelgroepen, aandachtpunten met betrekking tot diverse doelgroepen (ontwikkelingsfasen, beperkingen ed.)
Subdomein 6.8: Zorgtechnologie
De student illustreert aan de hand van voorbeelden de inzet van zorgtechnologie en legt uit waarom dit passend is.
Domotica en robotica, M-health, E- health, E-behandeling; online contact met zorgprofessionals, oefeningen psycho-educatie, E-communicatie; informatie en zelftests, E-services; facilitering van processen gericht op efficiëntie (zoals afspraken maken, herhaalrecepten, sms-reminders), E- support; communities rond ziektebeelden, contact met ervaringsdeskundigen, toepassingen: ADL- hulpmiddelen, exoskelet, gamification, robotisering in de zorg
Subdomein 7.1: Voedingsleer (inclusief toegepaste natuurwetenschappen)
De student legt het verwerken van voedsel in het menselijk lichaam uit met behulp van natuurwetenschappelijke en microbiologische basisprincipes.
fysiologische processen m.b.t. de verwerking van voeding (eiwitten, vetten, koolhydraten): vertering, absorptie, transport, stofwisseling, uitscheiding en regulatie, indeling, bouw en chemische samenstelling van koolhydraten, eiwitten, vetten en vetachtige stoffen
De student legt verbanden tussen voeding, gezondheid en ziekten.
Kennis:
functies van voedingsstoffen en nutriënten, essentiële en niet essentiële voedingsstoffen, behoeften aan energie, voedingsstoffen en vocht, dehydratie (primair en secundair), voedingstoestand, deficiëntie ziektes (primair en secundair), welvaartsziekten: overgewicht, diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten, hypertensie, cariës en tanderosie en chronische obstipatie
Gezondheidsraad: voedingsnormen, richtlijnen goede voeding
Voedingscentrum: schijf van Vijf
Vaardigheden:
Voedingsanamnese omschrijven, herkennen en bespreken, berekenen van de behoefte aan energie en voedingsstoffen
De student stelt een gezond voedingsadvies op aan de hand van de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum, die is gebaseerd op de “Voedingsnormen” en de “Richtlijnen goede voeding” van de Gezondheidsraad.
Gezondheidsraad: voedingsnormen, richtlijnen goede voeding
Voedingscentrum: Schijf van Vijf, advies/aanbeveling evenwichtig voedselpakket
De student analyseert en beoordeelt een voedingspatroon op basis van de “Voedingsnormen en de richtlijnen, zoals verwoord inde Schijf van Vijf’.
Analyse en beoordeling van de voeding
Subdomein 7.2: Voeding voor specifieke doelgroepen & dieetleer
De student legt uit wat aandachtspunten en risicofactoren zijn met betrekking tot voeding en gezondheid voor specifieke doelgroepen.
Doelgroepen (zwangeren, zogenden, zuigeling, kinderen (1 t/m 18 jaar), volwassenen, ouderen, mensen met een beperking): verschillen in behoeften en knelpunten verklaren, eetstoornissen, symptomen, behandeling, samenstellen van gezonde maaltijd
De student legt de samenstelling en indicatie van de meest voorkomende diëten uit.
Samenstelling en indicering volgende diëten: voedingstof verrijkt (energie, eiwit, voedingsvezel), voedingsstof beperkt( energie, eiwit, natrium, lactose), eliminatie (gluten, koemelkeiwit), voeding bij diabetes mellitus, voeding met veranderende consistentie
Subdomein 7.3: Voedingspatronen
De student beschrijft voedingspatronen op basis van cultuur, religie en levensovertuiging en legt de relatie met de gezondheid uit.
Voedselkeuzefactoren: ontstaan en verschuivingen voedingspatroon, alternatieve voeding (vegetarisme, macrobiotiek, antroposofie), voeding en religie
Subdomein 7.4: Levensmiddelenleer, levensmiddelen hygiëne
De student legt uit hoe levensmiddelen deskundig en milieubewust in te kopen, te bewaren, te gebruiken en te verwerken.
Koopkeuzeproces:
milieuaspecten ten aanzien van verpakking en productie, kwaliteitsachteruitgang, bederf en bewaren
De student legt de herkomst en/of het productieproces van de veel voorkomende levensmiddelen uit.
Productieproces/ herkomst van grondstof tot eindproduct (zuivel, vlees/ vis, groente, fruit, aardappelen, graanproducten), conserveermethoden, fermentatieprocessen, biotechnologie
De student legt de regels rondom levensmiddelenwetgeving, levensmiddelen-etikettering en de controle hierop uit.
Warenwet, harmonisatie, Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), keurmerken
De student legt de belangrijkste gevaren op het gebied van voedselveiligheid uit: microbiologisch, chemisch en fysisch.
additieven, contaminanten, micro-organismen, groeifactoren, voedselvergiftiging, voedselinfectie, kruisbesmetting, soorten bederf: fysisch, chemisch, microbieel, ongedierte
Subdomein 8.1: Gebouwenbeheer & logistieke diensten
De student legt de taken en verantwoordelijkheden van gebouwenbeheer en logistieke diensten uit, inclusief kwaliteitszorg.
Gebouwenbeheer, technische dienst, beveiliging, sleutelbeheer, receptie, hospitality, logistiek en transportdienst, voorraadbeheer, magazijnbeheer (fifo), PDCA-cyclus
Subdomein 8.2: Textiel- en linnenbeheer
De student legt de textielcyclus binnen een instelling in de sector Gezondheidszorg & Welzijn uit.
textielservices (logistiek betreffende inname, reinigen, uitgifte soorten textiel, voorraadbeheer, uitbesteden), diverse vormen van bewassing: stomen, chemisch reinigen, nat reinigen, nanotechnologie, Cirkel van Sinner, soorten textiel, kwaliteitszorg: Certex
Subdomein 8.3: Voedingsdiensten, catering en restaurant
De student legt relevante begrippen binnen de voedingsdienst en/of catering uit.
restauratieve voorzieningen binnen de zorg- en welzijnssector (incl. schoolkantine); catering, centraal en decentraal koken, gekoppeld en ontkoppeld koken, sousvide koken, efficiënte keukeninrichting: looplijnen, gastronormsysteem, routing van goederen, afval en personeel, satelietkeuken, grootkeukenapparatuur
De student beschrijft binnen de voedingsdienst de lijn van inkoop tot en met afvalverwerking en legt kwaliteitsaspecten zoals kwaliteitszorg, HACCP en ISO-certificering uit.
Kwaliteitszorg: HACCP, ISO-certificering, menucyclus, stappen productieproces
Subdomein 8.4: Schoonmaakdiensten
De student legt de meest voorkomende schoonmaakmethoden/middelen en de werking van professionele schoonmaakapparaten uit.
schoonmaakmethodieken, schoonmaakmiddelen, schoonmaakapparaten, milieuaspecten van schoonmaakmiddelen
De student legt de schoonmaakcyclus binnen een instelling in de sector Gezondheidszorg en Welzijn uit.
Bestek maken: relatie reinheidsgraad met schoonmaakmethode, schoonmaakmaterialen, schoonmaakmiddelen, schoonmaakwerkprogramma, kwaliteitszorg: VSR kwaliteitmeetsysteem
De vakdidactiek Gezondheidszorg en Welzijn betreft de gecombineerde uitvoering van de vakinhoudelijk thema’s, de generieke didactiek en pedagogiek, geplaatst binnen de context van de verschillende beroepen waarvoor de docenten opleiden. De verdeling in drie sub-domeinen is gebaseerd op de verschillende taken die de docent heeft in de contexten van het Gezondheidszorg en Welzijn onderwijs. In de vo-onderbouw het begeleiden bij persoonlijke ontwikkeling, de vmbo-bovenbouw begeleiden bij de beroepsoriëntatie en in het mbo het opleiden voor het beroep.
Subdomein 9.1: Schoonmaakdiensten
Vakdidactiek voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs (vo), inclusief het praktijkonderwijs
De student heeft inzicht in de pedagogische en didactische kennis en vaardigheden die hij inzet om onderwijs te ontwerpen en uit te voeren waarin hij de persoonlijke ontwikkeling van de lerende ondersteunt en begeleidt. Centraal staan de onderwerpen leefstijl, gezonde voeding, vitaal-burgerschap en relatievorming uit de vakkennisbasis.
Op basis van deze kennis:
beschrijft de student een visie op het vak Gezondheidszorg en Welzijn in de onderbouw van het voortgezet onderwijs/ praktijkonderwijs.
creëert de student een veilige leeromgeving waarin de leerling zich persoonlijk kan ontwikkelen en laat zien:
inzicht te hebben in de groepsdynamiek van een klas en interventies te kunnen plegen om gevoelige kwesties in de groep te bespreken
in zijn onderwijs rekening te houden met de ontwikkeling van 12-16-jarigen op lichamelijk, psychologisch en sociologisch gebied
passende werkvormen tot zijn beschikking te hebben om gevoelige kwesties te bespreken
sensitief te zijn voor culturele diversiteit en het effect daarvan op het bespreken van gevoelige onderwerpen
Construeert de student(vaardigheids)onderwijs waarin de leerling leert voor zichzelf te zorgen en bewuste keuzes te maken ten aanzien van:
huishoudelijke en persoonlijke zorg zoals koken
persoonlijke zorg zoals persoonlijke hygiëne
sociale omgang/relaties, zoals sociale en weerbaarheidsvaardigheden
Kan de student de ontwikkelingsgerichte begeleiding van leerlingen met betrekking tot de LOB competenties in het VO vormgeven, waaronder het aanleren van sociale en communicatieve vaardigheden die de leerling in staat stellen verantwoorde keuzes te maken met betrekking tot zijn toekomst.
Subdomein 9.2: Vakdidactiek voor voorbereidend beroepsonderwijs (vmbo-bovenbouw)
De student heeft inzicht in didactische en pedagogische kennis en vaardigheden die hij inzet om onderwijs te ontwerpen en uit te voeren waarin hij de lerende voorbereidt op beroepsuitoefening en begeleidt in de keuze voor één van de verschillende werkvelden van de sector Gezondheidszorg en Welzijn. Centraal staan de basiskennis en vaardigheden van domeinen van de vakkennisbasis (1 t/m 8).
Op basis van deze kennis:
Beschrijft de student een visie op beroepsoriënterend en -voorbereidend onderwijs binnen het profiel zorg en welzijn, vmbo Gezondheidszorg en Welzijn.
Construeert de student onderwijs in samenwerking met andere vakgebieden en/of beroeps/leer/domeinen, aansluitend op de doorlopende leerlijn verzorging vo-vmbo-mbo.
Construeert, organiseert, voert uit en evalueert onderwijs rekening houdend met de actualiteit van de beroepscontext en de leermogelijkheden van de leerlingen (basis, kader, gemengd). Hierbij maakt hij gebruikt van: onderwijsconcepten voor beroepsonderwijs, zoals werkpleksimulatie, vaardigheidsonderwijs, passende werkvormen, zoals practicum, ervaringsleren waarin hij kiest voor werkvormen als rollenspel, simulatie en oefeningen, rekening houdend met de diversiteit van de leerling populatie, verschillende begeleidingsstrategieën zoals Modelling, Scaffolding, Guiding, Coaching, instructing, reflectievormen, vaardigheidstoetsen en examens.
Kan de student de ontwikkelingsgerichte begeleiding van leerlingen met betrekking tot de LOB-competenties voor het vmbo vormgeven in relatie tot beroepenveld en beroepsattitude, waaronder het begeleiden bij het ontwikkelen van een beginnende beroepsidentiteit/ vakbekwaamheid.
De student organiseert samen met de beroepspraktijk de oriëntatie op het beroep.
het begeleiden bij het vinden van een beroep dat bij de lerende past.
Subdomein 9.3: vakdidactiek voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
Leeruitkomst:
De student heeft inzicht in de didactische en pedagogische kennis en vaardigheden om de lerende te begeleiden in de opleiding tot beroepsbeoefenaar en dus bij het ontwikkelen van een professionele beroepshouding, beroepsvaardigheden, beroepskennis en begeleidingsvaardigheden. Hierbij staan de kennis en vaardigheden van de domeinen van de vakkennisbasis centraal (1 t/m 8).
Op basis van deze kennis:
Beschrijft de student een visie op het middelbaar beroepsonderwijs voor GW gerelateerde beroepen waarin wordt ingegaan op:
het verbinden van leren op school en op de stage- en/of werkplek,
het verwerven van kennis en vaardigheden in het kader van een beroepsopleiding.
Construeert de student een onderwijs(programma) gebaseerd op de actuele kwalificatiedossiers.
houdt bij het ontwikkelen van onderwijs rekening met de heterogene deelnemerspopulatie waaronder volwassen onderwijs, de student construeert, organiseert, voert uit en evalueert practica binnen een praktijklokaal, rekening houdend met de actualiteit van de beroepscontext.
de ontwikkeling van handelingsrepertoire om adaptief beroepsonderwijs te kunnen vormgeven: Modelling, Guiding, Scaffolding, Coaching, Monitoring
de student construeert onderwijs vanuit concepten zoals de omgekeerde leerweg, de hybride leeromgeving en adaptief beroepsonderwijs.
de student construeert passende toetsen en examens voor GW volgens de toetscyclus, binnen en/of buitenschools.
De student geeft vorm aan het voorbereiden en begeleiden van de beroepspraktijkvorming (BPV) in samenwerking met de beroepspraktijk:
het begeleiden van het leren in niet schoolse settingen zoals werkplek leren en leerafdelingen
geeft praktijkbegeleiding tijdens werk
differentiatie niet alleen op leerstof, maar ook op persoonlijke ontwikkeling (beroepsidentiteit)
De student legt de verbinding tussen beroepenveld, beroepsattitude en beroepsonderwijs.
het inzetten van instrumenten, procedures, materialen die betekenisvolle verbinding kunnen maken tussen schools leren en leren in de beroepscontext.
De student kan de ontwikkelingsgerichte begeleiding van leerlingen met betrekking tot de LOB-competenties van het mbo vormgeven.
aandacht voor de Loopbaanontwikkeling met onder andere leven lang leren en netwerkleren.
het begeleiden bij het toepassen van leerstrategieën en strategieën van zelfregulatie.