Toetsmatrijs Nederlands, tweedegraadslerarenopleiding
De toetsmatrijs is onderdeel van het hoofdstuk Toetsinhoud uit de toetsgids van de betreffende opleiding. In de toetsmatrijs is vastgelegd welke domeinen uit de bijbehorende kennisbasis worden getoetst en wat de verdeling is van de vragen over de domeinen.
In de Kennisbasis Nederlands (ingangsdatum studiejaar 2018-2019) van de tweedegraadslerarenopleiding Nederlands is een beschrijving van de domeinen opgenomen. Kies een domein:
Domein | Aantal vragen |
⧐ Domein 1: Vakdidactiek | 35 vragen |
⧐ Domein 3: Taalbeschouwing | 40 vragen |
⧐ Domein 4: Fictie | 35 vragen |
Domein 1: Vakdidactiek
Subdomein 1.1 | Professionele context (alleen indicator 1.1.1 Kennis van en visie op het schoolvak Nederlands en indicator 1.1.3 Taalbeleid) | 10 vragen |
Subdomein 1.2 | Taalontwikkelend lesgeven | 20 vragen |
Subdomein 1.3 | Taal en zorg | 5 vragen |
Domein 3: Taalbeschouwing
Subdomein 3.1 | Taal en communicatie | 8 vragen |
Subdomein 3.2 | Taalsysteem | 16 vragen |
Subdomein 3.3 | Taalverwerving | 8 vragen |
Subdomein 3.4 | Talen en taalgemeenschap | 8 vragen |
Domein 4: Fictie
Subdomein 4.1 | Literatuuranalyse | 17 vragen |
Subdomein 4.2 | Literatuurgeschiedenis | 18 vragen |