Toetsdeelname

De toetsgids bevat praktische informatie rondom de landelijke kennistoets en is essentieel voor een goede voorbereiding op deze toets. Neem alle hoofdstukken goed door in aanloop naar je deelname aan de landelijke kennistoets voor je opleiding. Dit hoofdstuk gaat over je toetsdeelname.


De hogescholen hanteren landelijke regels en voorwaarden rondom deelname en afname van de landelijke kennistoets om het uniforme karakter te waarborgen. Deze zijn onder andere opgenomen in de Regeling landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen. Deze regeling is onderdeel van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de hogeschool en is opgenomen als bijlage bij de toetsgids. Verder zijn alle regels van toepassing die gelden op de hogeschool met betrekking tot de praktische gang van zaken bij een toetsafname, voor zover ze niet in strijd zijn met de regels voor de landelijke kennistoetsen.


De opleiding bepaalt wanneer een student mag deelnemen aan de landelijke kennistoets, met inachtneming van de Regeling landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen. Een student mag per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan een landelijke kennistoets. Het meenemen van deelnamemogelijkheden naar een volgend studiejaar is niet mogelijk.


10voordeleraar organiseert meerdere toetsafnames per jaar. De algemene toetsafnamedata zijn voor aanvang van het betreffende studiejaar te vinden in de Toetskalender. Een hogeschool is verplicht minimaal twee van deze data aan te bieden. De hogescholen informeren hun studenten over de toetsmomenten die zij aanbieden.


Het aanmelden voor een landelijke kennistoets loopt via de eigen opleiding. De opleiding heeft vaak een eigen procedure ingericht, waarin geregeld is hoe de procedure verloopt. Een aanmelding geldt als toetsdeelname, ook al neemt de student uiteindelijk geen deel.


Voorafgaand aan de toetsafname identificeert een student zich met een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart. Een collegekaart is geen geldig identiteitsbewijs.


Toegestane hulpmiddelen voor alle opleidingen:
Toegestane hulpmiddelen die een student mee mag nemen zijn een pen en potlood. De surveillant reikt kladpapier uit en neemt het na afloop weer in om het te vernietigen. Jassen, tassen, horloges, telefoons en (andere) middelen waarmee elektronische informatieoverdracht mogelijk is, moeten buiten het toetslokaal blijven of op de daarvoor aangewezen plek in de toetsruimte. Een student mag na afloop niets meenemen waarop informatie over de vragen staat.

Aanvullende toegestane hulpmiddelen voor deze specifieke opleidingen:

Lerarenopleiding basisonderwijs:

  • Wiskunde: De student mag ook een geodriehoek meenemen. In het toetsafnamesysteem is een eenvoudige rekenmachine beschikbaar. Het gebruik van een andere rekenmachine is niet toegestaan.

Tweedegraadslerarenopleiding:

  • Biologie: In het toetsafnamesysteem is een eenvoudige rekenmachine beschikbaar. Het gebruik van een andere rekenmachine is niet toegestaan.

  • Duits: In het toetsafnamesysteem is als naslagwerk een overzicht opgenomen voor het invoeren van speciale leestekens bij open vragen.

  • Economie: De student mag ook een rekenmachine meenemen. Dit mag geen grafische rekenmachine zijn.

  • Engels: In het toetsafnamesysteem is als naslagwerk een lijst beschikbaar met verschillende termen voor grammaticale begrippen.

  • Frans: In het toetsafnamesysteem is als naslagwerk een overzicht opgenomen voor het invoeren van speciale leestekens bij open vragen.

  • Natuurkunde: De student mag ook een geodriehoek en rekenmachine meenemen. Dit mag geen grafische rekenmachine zijn. Daarnaast reikt de surveillant het formuleboekje uit en neemt dit ook na afloop weer in. Het formuleboekje dat gebruikt mag worden is in te zien op deze website.

  • Scheikunde: De student mag ook een rekenmachine meenemen. Dit mag geen grafische rekenmachine zijn. Daarnaast reikt de surveillant BINAS (6e of 7e editie) uit en neemt deze na afloop weer in.

  • Wiskunde: De student mag ook een geodriehoek en passer meenemen. Het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan.


Een student mag tot dertig minuten na aanvang van de toets nog naar binnen. In verband hiermee mogen studenten de eerste dertig minuten de toetsruimte niet verlaten. In geval de onderwijs- en examenregeling van een hogeschool een kortere tijd hanteert, is deze kortere tijd leidend. Gedurende de toets mag een student de toetsruimte niet tijdelijk verlaten. Ook niet om naar de wc te gaan. Alleen als een student vanwege een medische aandoening vooraf toestemming heeft gekregen van de examencommissie, mag hij onder begeleiding van een surveillant het lokaal tijdelijk verlaten.


De hogeschool neemt de landelijke kennistoetsen af in digitale vorm op een eigen locatie. Een student heeft de mogelijkheid om de lettergrootte en het contrast van het beeldscherm aan te passen. Daarnaast kan de examencommissie van de opleiding beslissen of een student recht heeft op tijdsduurverlenging van 30 minuten. Het verzoek tot tijdsduurverlenging van de examencommissie moet gelijktijdig met de aanmelding bij 10voordeleraar worden ingediend.


De hogeschool of het programmabureau 10voordeleraar kan bij fraude maatregelen nemen. Van fraude is in elk geval sprake als een student:

  • voorafgaand aan de toets in het bezit is van vragen van de desbetreffende landelijke kennistoets;
  • tijdens een toetsafname gebruikmaakt van hulpmiddelen die niet uitdrukkelijk zijn toegestaan;
  • afkijkt bij een andere student;
  • de mogelijkheid geeft aan andere studenten om zijn werk in te zien;
  • aan andere studenten informatie geeft over de inhoud en uitwerking van de landelijke kennistoets;
  • onjuiste of valse informatie geeft over zijn identiteit;
  • zich door iemand anders heeft laten vertegenwoordigen.

Als een student fraude pleegt, is de examencommissie van de lerarenopleiding in kwestie bevoegd maatregelen te nemen. Een maatregel kan zijn dat de uitslag van de landelijke kennistoets niet wordt verstrekt.


De hogeschool of het programmabureau 10voordeleraar kan ook maatregelen nemen bij onregelmatigheden, zoals het uitstellen van of ongeldig verklaren van een toetsafname. Onregelmatigheden voor, tijdens of na toetsafname kunnen onder meer bestaan uit:

  • het langer openstaan van een reguliere toetsafname dan voorgeschreven;
  • het vooraf bekend of breed verspreid zijn van toetsvragen of een hele toets;
  • (technische) afnameproblemen of overmachtsituaties.

Een nieuwe toetsafname vindt uiterlijk binnen vier werkweken na de eerder geplande toetsafnamedatum plaats. Als deze datum niet haalbaar is, dan kan de hogeschool deelnemen aan de eerstvolgende toetsafname. Een student dient zich in het laatste geval opnieuw in te schrijven. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover.


Om de digitale afname van de toets te realiseren, ontvangt het programmabureau 10voordeleraar van de hogeschool de volgende gegevens met betrekking tot de student: studentnummer, voor- en achternaam, persoonlijk e-mailadres van de hogeschool en eventuele tijdsverlengingsindicatie.

Voorafgaand aan de toets krijgt een student een aantal algemene vragen. De eerste vraag is verplicht en gaat over of de student al eerder aan deze toets heeft deelgenomen. De overige vragen zijn niet verplicht. De vragen zijn bedoeld voor analysedoeleinden en om na afloop van elke toets en jaarlijks een rapportage te kunnen sturen naar de hogeschool ter verbetering van het onderwijs. In deze rapportages staan geen individuele gegevens, maar alleen gegevens per doelgroep.

Individuele eindscore en domeinscores stelt het programmabureau 10voordeleraar beschikbaar via een beveiligde omgeving aan de hogeschool, die zorgdraagt voor verdere communicatie. Het programmabureau 10voordeleraar bewaart bovenstaande gegevens niet langer dan noodzakelijk voor de onderzoeksrapportages. 

Zie ook de privacyverklaring.