Toetsuitslag

De toetsgids bevat praktische informatie rondom de landelijke kennistoets en is essentieel voor een goede voorbereiding op deze toets. Neem alle hoofdstukken goed door in aanloop naar je deelname aan de landelijke kennistoets voor je opleiding. Dit hoofdstuk gaat over de uitslag van je toets.


De cesuur is de score die de student ten minste moet behalen om te slagen voor de landelijke kennistoets, oftewel het aantal vragen dat een student minimaal goed moet hebben. De cesuur wordt achteraf bepaald. Na de toetsafname vindt een analyse plaats van de resultaten van de studenten. De toetstechnische kwaliteit van iedere vraag wordt afzonderlijk bekeken. Als daartoe aanleiding is, kan een vraag achteraf uit de toets verwijderd worden of kan er een wijziging plaatsvinden in de goed te rekenen alternatieven. Vervolgens wordt met een wetenschappelijke methode de cesuur bepaald. De onafhankelijke Raad voor Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen keurt de cesuur goed en afgevaardigden van de examencommissies van de hogescholen stellen deze vervolgens vast. Daarna wordt de score van de student omgezet naar een geheel cijfer op een schaal van 1 tot 10. Bij een 6 of hoger heeft de student de landelijke kennistoets behaald.


De uitslagverstrekking vindt plaats als bovenstaande procedure is doorlopen. Een student ontvangt via de eigen opleiding uiterlijk 24 werkdagen na afloop van de toetsperiode de uitslag van de landelijke kennistoets. Voor het bepalen van de werkdagen wordt gebruik gemaakt van het overzicht schoolvakanties, zoals gepubliceerd op de website van de rijksoverheid. De data van uitslagverstrekking zijn te vinden in de Toetskalender. Door de te volgen procedures is het niet mogelijk om de uitslag eerder te verstrekken of om voor individuele gevallen een uitzondering te maken. De uitslag bestaat uit het cijfer, de totaalscore en de domeinscores. Aan de domeinscores kan een student zien welke domeinen hij beheerst en op welke domeinen hij zich nog kan ontwikkelen. De cesuur wordt bepaald over de gehele toets, dus een student hoeft niet voor elk domein een voldoende te halen. Het is niet mogelijk om alleen een bepaald domein herkansen. Ten aanzien van de geldigheid van de uitslag van de landelijke kennistoetsen geldt artikel 7.10 lid 4 WHW.


Een student kan zijn landelijke kennistoets en beoordeling op een bepaald aantal momenten inzien na de uitslagverstrekking. De inzage is bedoeld als leermoment en geeft samen met de eerder genoemde domeinscores inzicht op welke onderdelen de student zich nog kan verbeteren. Op basis hiervan kan hij in gesprek met de docent voor een verdere voorbereiding op bijvoorbeeld een herkansing.

Vanwege de herhaalde beoordeling door verschillende deskundigen vooraf én achteraf is er sprake van een zorgvuldig proces waardoor uitgegaan kan worden van de juistheid van vragen, antwoorden en scores. Feedback op een toetsvraag of de toets geeft het programmabureau door aan de redactie van de landelijke kennistoets. Dit is alleen ter kennisneming, niet om een inhoudelijke reactie of een aanpassing van de scores na het zorgvuldige proces te bewerkstelligen.

De inzage vindt plaats op de eigen hogeschool onder examencondities. De inzageperiodes zijn terug te vinden in de Toetskalender. Het inschrijven voor inzage loopt via de eigen opleiding.


De totstandkoming van de landelijke kennistoetsen en de uitslag is een zorgvuldig proces. Mocht een student ondanks dit zorgvuldige proces het niet eens zijn met de uitslag, dan kan hij tegen de uitslag van de toets beroep aantekenen. Dit dient een student te doen binnen zes weken na de bekendmaking van de uitslag bij de toegankelijke faciliteit van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van de eigen opleiding.